'90% van de Brusselse crèches heeft te weinig kinderbegeleiders'
Verschillende crèches moeten tijdelijk sluiten of openingsuren inkorten. Ouders springen zelf bij om toch maar opvang mogelijk te maken.
Vrijdag 8 juli 2022 — Els Rochette (one.brussels) ondervroeg vandaag in de Raad van de VGC collegevoorzitter Elke Van den Brandt over de impact van personeelstekort in de kinderopvang. Uit het antwoord blijkt dat 90% van de bevraagde crèches vacatures open heeft, en dat in alle Brusselse regio’s. De voorbije jaren steeg het aantal vacatures met 30%. Eind vorig jaar stonden nog 143 vacatures open bleek uit een eerdere vraag in het Vlaams parlement. Crèches vinden niet voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten door de krapte op de arbeidsmarkt, de lage aantrekkelijkheid van het beroep, de concurrentie met jobopties in Vlaanderen en de moeite om ‘gesco’-functies in te vullen. Resultaat is dat openingstijden moeten worden ingekort of zelfs leefgroepen of een heel kinderdagverblijf tijdelijk moet sluiten.
Binnen de kinderopvang van het GO! bijvoorbeeld werkt zowel in de regio Brussel-Zuid als Brussel-Oost de meerderheid van de crèches met een aangepast uurrooster. Met alle gevolgen van dien voor het gezinsleven en de druk op het overblijvende personeel. In sommige crèches springen ouders zelf al bij in de opvang, zoals in Watermaal-Bosvoorde. De VGC ondersteunt de sector in de vorm van jobbeurzen, werkgroepen met Actiris of promotiecampagnes. De grote hefbomen liggen echter bij Vlaanderen. Volgens Els Rochette moet de job dringend fundamenteel aantrekkelijker worden door een doenbare kind/begeleider ratio, een beter loon, en makkelijkere zij-instroom.
Els Rochette (one.brussels):
"Het personeelstekort heeft een grote impact heeft op ouders en kinderen. Kinderopvang is een recht en essentieel voor de welvaart en het welzijn van gezinnen. Kinderen oefenen sociale vaardigheden en komen in contact met het Nederlands, erg belangrijk in Brussel. Ouders kunnen werken of een opleiding volgen. In de huidige situatie kunnen ouders soms dagen niet rekenen op opvang, of ze moeten snel schakelen als ze een dag op voorhand te horen krijgen dat opvang niet zal lukken. Het is tegelijk zwaar voor de kinderbegeleiders die er nog wel zijn. Van hen wordt het uiterste gevraagd om de crèches toch zoveel mogelijk te bemannen. Ze moeten extra kindjes opnemen van crèches die moeten sluiten. Verlof nemen is moeilijk, omdat dan de crèche of een leefgroep moet sluiten. Door deze druk stijgt tegelijk het risico op uitval of gaan ze zelfs op zoek naar een andere job "
Net zoals bij het lerarentekort blijkt het in de huidige arbeidsmarkt ontzettend moeilijk om personeel te vinden. In Brussel komen daar ook de taalvereisten bij en is er ook concurrentie vanuit Vlaanderen waar bijvoorbeeld extra zorgfuncties werden gecreëerd in het onderwijs die interessant zijn voor kinderbegeleiders. Een deel van het personeel wordt voorzien in zogenaamde ‘gesco’-jobs maar het blijkt zeer moeilijk om mensen te vinden die én bekwaam zijn om te werken in de kinderopvang én voldoen aan de gesco-voorwaarden.
Els Rochette (one.brussels):
"We moeten zorgen voor een herwaardering van het beroep. Kinderbegeleiders leveren zwaar en essentieel werk, toch is de verloning laag. In Brussel kan nagedacht worden over bijvoorbeeld fietsvergoedingen of een Brusselpremie. We moeten jongeren motiveren voor de opleiding. En ook zij-instroom moet makkelijker. De werkdruk moet naar omlaag door het aantal kinderen per begeleider te verlagen, iets dat zeker ook nodig is voor het welzijn van de kinderen. De VGC doet hier haar best vanuit een flankerende rol, met jobbeurzen, taalondersteuning of promotiecampagnes. Maar de echte hefbomen liggen bij Vlaanderen. Zij moeten de kinderopvang de steun geven die het verdient.”