De regering komt tegemoet aan de uitdagingen van de crisis. Nu zorgen dat het geld juist terecht komt.
Commentaar one.brussels - Vooruit op de begroting 2023
Donderdag 22 december 2022 — Vandaag buigt het Brussels parlement zich over de gewestelijke begroting voor 2023. Een begroting die in het teken staat van crisisbeheer.
Brussel heeft een budget van zo’n 7 miljard euro voor 1,2 miljoen inwoners. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. En de regering maakt goede keuzes: ze investeert in de koopkracht van de mensen, in huisvesting, er zijn energiepremies, en het Gewest zelf voert ook besparingen uit.
Fouad Ahidar (one.brussels-Vooruit): “De Brusselse regering doet veel. Aanvullend op de maatregelen van de federale regering, maken we in Brussel geld vrij om ervoor te zorgen dat de mensen hun hoofd boven het water kunnen houden. Dat hun koopkracht beschermd wordt. Want dat moet het woord van deze legislatuur zijn: koopkracht, koopkracht, koopkracht. Zorgen dat Brusselaars hun rekeningen kunnen betalen. Dat er aan het einde van de maand nog wat overblijft om kwaliteitsvol te kunnen leven.”
De regering doet broodnodige inspanningen. Nu is het zaak dat het geld ook bij die mensen terecht komt, die het het meest nodig hebben. Dat de maatregelen geen dode letter blijven.
Els Rochette (one.brussels-Vooruit): “Als we niet goed opletten, dreigt er bij alle maatregelen die we nemen een giga Mattheüs-effect: dat diegenen die al veel hebben, erop vooruitgaan. En dat diegenen die weinig hebben nog wat dieper zakken. En uiteindelijk worden weggejaagd uit de stad. Wij willen dat iedereen erop vooruit gaat. Niemand mag achterblijven. Brussels for the many, not the few.”
Achter al deze cijfers schuilen mensenlevens. De regering heeft een mooie begroting voorgelegd in een tijd waarin bespaard moet worden, maar waar mensen ook oplossingen vragen.
Hilde Sabbe (one.brussels): “Bij de bespreking van de begroting gaat alle aandacht naar cijfers. Ten onrechte, want achter de cijfers zitten mensen. Dààr gaat het over, over de mensen, de burgers, de Brusselaars”.