Vooruit wil komaf maken met wurgcontracten in horeca

Vooruit wil komaf maken met wurgcontracten in horeca

Afgelopen woensdag sloot in Brussel het gekende café De Monk de deuren. De eigenaar van het pand beëindigde eenzijdig het contract omdat hij het pand grondig wil renoveren. Maar uitbater en eigenaar waren het al langer oneens met elkaar, onder andere over de verplichte afname van dranken. Helaas is dit geen eenmalig voorval. Heel wat cafébazen hangen vast aan een afnameverplichting bij brouwerijen. Vooruit wil daar komaf mee maken. De partij dient daarvoor in het Vlaams en Brussels Parlement een voorstel in om de handelshuurwet aan te passen. Vooruit wil hiermee cafébazen minder afhankelijk maken van brouwerijen.

Afnameverplichtingen moeten losgekoppeld worden van huurovereenkomsten.

In de Kamer kaart Vooruit-fractieleider Melissa Depraetere al langer het machtsonevenwicht in brouwerijcontracten aan. Vandaag hangen namelijk heel wat cafés vast aan wurgcontracten met een grote brouwerij. Dat zijn contracten die vastleggen hoeveel drank een horecazaak moet aankopen bij die brouwerij omdat de brouwerij ook eigenaar van het pand van de caféhouder is. Wanneer je als caféhouder te weinig drank bij de brouwerij aankoopt, kan de brouwerij het huurcontract stopzetten.

Vooruit wil nu ook op regionaal niveau de strijd aangaan. Met haar voorstellen wil de beweging de handelshuurwetgeving aanpassen in Vlaanderen en Brussel. Vooruit pleit ervoor om verbintenissen die niets met de huur van het pand zelf te maken hebben, zoals de afnameverplichtingen van dranken, los te koppelen van de huurovereenkomst. Vooruit-fractieleider in het Vlaams Parlement Hannelore Goeman:

“Heel wat horeca-uitbaters zijn via de handelshuur gebonden aan contractuele verplichtingen voor drankafname, vaak ook met een exclusiviteitsbeding. De caféhouder heeft erg weinig onderhandelingsmarge. We willen af van de ‘koppeling’ waarmee zulke verplichtingen rechtstreeks tot het einde van de huurovereenkomst kunnen leiden. Het is niet logisch dat een uitbater zijn locatie verliest terwijl hij zich wel aan de huurbepalingen houdt. De huurlocatie is essentieel voor zijn broodwinning en voor de werkzekerheid van heel wat horecapersoneel.”

Vooruit neemt ook het drempelgeld in het vizier.

Ook het “drempelgeld”, het bedrag dat de nieuwe huurder betaalt aan de verhuurder om gebruik te kunnen maken van een reeds opgebouwde handelszaak, moet herbekeken worden. De waarde van een handelszaak, zoals bijvoorbeeld het cliënteel en de naamsbekendheid, is immers in grote mate de verdienste van de vorige uitbater. Daarenboven heeft de eigenaar van het pand er belang bij om over te stappen naar een nieuwe huurder, gezien hij dan opnieuw drempelgeld kan opeisen.

“We stellen daarom voor om in specifieke gevallen de helft van het drempelgeld door te storten naar de vorige uitbater. Op die manier plukken de uitbaters de vruchten van hun werk en versterken we het caféleven. We raken niet aan de vrijheid van contracteren, maar willen het bestaande onevenwicht herstellen”, bevestigt Brussels parlementslid Els Rochette.

Een levendige stad voor iedereen

“Een bruisend caféleven is essentieel in een stad. Brussel en andere steden hebben daar nood aan. Elke dag opnieuw zetten heel wat ondernemers en hun personeel zich daarvoor in met passie. Met onze voorstellen willen we onze steden levendig houden en bescherming bieden aan wie daarin investeert. Tegelijk zorgen we er voor dat ook jonge, lokale brouwers de mogelijkheid krijgen om hun product te verkopen in deze horecazaken”, zegt Ans Persoons, Brussels schepen van Stedenbouw.

Contacteer ons
Michel Laukens Head of communication, One.Brussels-Vooruit
Michel Laukens Head of communication, One.Brussels-Vooruit
Over one.brussels

one.brussels
Eikstraat 14-16
1000 Brussel